Veel moeders willen meteen na de bevalling gaan kolven om de melkproductie op gang te brengen. Dat is begrijpelijk, maar je lichaam heeft vaak een paar dagen nodig om zich aan te passen.
🩷 Tip: Wacht tot de melkproductie goed op gang is (meestal na 3–5 dagen) en begin rustig, bijvoorbeeld met korte kolfmomenten van 10 minuten per borst.

2. De verkeerde borstschildmaat gebruiken

Een borstschild dat te klein of te groot is, kan pijn, irritatie of een verminderde melkstroom veroorzaken.
🩷 Tip: Het tepelcentrum moet vrij kunnen bewegen in het schild zonder dat er veel tepelhof wordt meegezogen. Cmbear-kolven zijn compatibel met verschillende maten, zodat je altijd een comfortabele pasvorm vindt.

3. Te hoge zuigkracht instellen

Het lijkt logisch: meer zuigkracht = meer melk. Maar dat is niet zo. Te veel druk kan pijn veroorzaken en zelfs de melkstroom blokkeren.
🩷 Tip: Begin op de laagste stand en verhoog langzaam tot je een comfortabele, natuurlijke zuigkracht voelt. Het moet nooit pijn doen!

4. Onregelmatig kolven

Melkproductie werkt op basis van vraag en aanbod. Als je onregelmatig kolft, kan je lichaam denken dat er minder melk nodig is.
🩷 Tip: Probeer op vaste momenten te kolven, bij voorkeur om de 3 à 4 uur, en houd dit ritme ook 's nachts aan en  op dagen dat je niet werkt.

5. Te veel stress tijdens het kolven

Stress en spanning kunnen het toeschietreflex (het vrijkomen van melk) vertragen.
🩷 Tip: Neem de tijd om te ontspannen. Zet rustgevende muziek op, adem diep in, of kijk naar (een foto van) je baby en vermeid op je telefoon zitten tijdens het kolven. Comfort is essentieel voor een goede melkstroom.

🩷 Tip: Het is absoluut oké als je net begint met borstvoeding geven en kolven om (tijdelijk) kunstvoeding bij te geven. Dat kan juist helpen om de druk van jezelf af te halen, waardoor je minder stress ervaart — en dat heeft vaak een positief effect op je melkproductie

6. Verkeerde houding of onvoldoende ondersteuning

Een verkeerde zithouding kan rug- of nekklachten veroorzaken en het kolven ongemakkelijk maken.
🩷 Tip: Ga rechtop zitten met je voeten plat op de grond. Gebruik een kussen om je armen te ondersteunen en zorg dat de borstkolf goed op borsthoogte staat.

7. Kolven met onvoldoende schone onderdelen

Resten melk of vocht in slangetjes en flesjes kunnen bacteriegroei veroorzaken.
🩷 Tip: Reinig alle onderdelen na elk gebruik met warm water en milde zeep, en steriliseer ze regelmatig. Bewaar de onderdelen pas als ze volledig droog zijn.

8. Melk verkeerd bewaren of labelen

Een veelgemaakte fout is het niet noteren van datum of hoeveelheid, waardoor melk te lang bewaard wordt.
🩷 Tip: Gebruik Cmbear bewaarzakjes met handig labelvlak. Schrijf altijd de datum en hoeveelheid op, en gebruik de oudste melk eerst (“first in, first out”).

9. Kolven zonder voldoende hydratatie of voeding

Melkproductie vraagt veel energie en vocht. Te weinig drinken of eten kan de hoeveelheid melk verminderen.
🩷 Tip: Drink bij elke kolfbeurt een glas wateren totaal ongeveer 2,5 tot 3 liter vocht per dag. Zorg voor voedzame snacks zoals noten, havermout of fruit.

10. Zichzelf te veel vergelijken met anderen

Elke moeder en elk lichaam is anders. Wat voor de een werkt, hoeft niet voor de ander te werken.
🩷 Tip: Focus op wat goed voelt voor jou en je baby. Consistentie en comfort zijn belangrijker dan hoeveelheid.

Tot slot

Kolven is een proces dat tijd, geduld en oefening vraagt. Met de juiste hulpmiddelen zoals de comfortabele en betrouwbare Cmbear borstkolven en melkbewaarzakjes kun je van kolven een ontspannen en succesvol onderdeel van je borstvoedingsreis maken.